De vakantieperiode is altijd zo’n tijd waarin je nadenkt, reflecteert en een beetje wegdroomt. Ook nu weer, aan de keukentafel met een goede kop koffie. De buitendeur open en de zon die de tuin verlicht. Er is veel gebeurd dit jaar. Zowel zakelijk als privé, overwegend positief overigens. En toch blijft er een soort van onrust over. Ondernemers-eigen denk ik dan. Ik denk dan na over hoe het beter kan, waar we ons nog kunnen ontwikkelen.

Noem het goede voornemens. Of doelstellingen. In ieder geval hebben we de opdracht om het verschil te blijven maken voor onze klanten. De enige manier om ervoor te zorgen dat we mogen blijven rekenen op hen. En ook de enige manier om nieuwe opdrachtgevers aan ons te binden. En tegelijk willen we ertoe doen. Een bijdrage leveren aan iets groters dan onszelf. Een complexe opgave in een wereld die van buitenaf nog steevast ‘reclame’ wordt genoemd.

Deze vakantie heb ik opnieuw het boek van Daniel Pink gelezen, Drive. Een boek dat al in 2010 verscheen maar wat mij betreft nog meer dan actueel is. Het gaat over wat ons allemaal motiveert. Waarom we gedreven zijn te doen wat we doen. Waarom wortels en stokken over het algemeen niet meer werken. Pink spreekt over een nieuwe benadering van werk, over Motivatie 3.0. In essentie gaat dat over drie kernelementen. Autonomie; het verlangen om de regie te voeren over ons eigen leven. Meesterschap; de drang om steeds beter te worden in iets wat ertoe doet. Zingeving; de behoefte om te doen wat we doen in dienst van iets groters dan onszelf.

Het is verbazingwekkend te zien dat een groot deel van organisaties deze wetenschap nog niet volledig omarmt. Ze ontkennen het niet maar weten vaak niet waar te beginnen. Ze worstelen met de hoe-vraag. Het is ook niet eenvoudig, de oude vertrouwde en bewezen aanpak loslaten. Tegelijk zien ze dat de oude, Tayloriaanse manier, uitgewerkt is. Mensen verwachten inmiddels andere zaken van organisaties. Een bijdrage aan een betere samenleving en het milieu bijvoorbeeld. En niet in de laatste plaats worden de verwachtingen van (potentiele) werknemers op autonomie, meesterschap en zingeving groter.

In die zin bestaan een gescheiden binnen- en buitenwereld niet meer. De buitenkant oppoetsen zonder aan de binnenkant het bewijs te leveren lukt allang niet meer. Het is jammer dat het woord ‘reclame’ met dit laatste besmet is geraakt. Op feestjes krijg ik wel eens de vraag; “jij werkt toch in de reclame?”. Ik merk dat ik me dan wil verdedigen, dat ik niet met reclame geassocieerd wil worden. Maar in de kern is reclame niet slecht. Het creëren van voorkeur bij (potentiele) klanten is nodig. Hoe wil je anders je bijdrage leveren?

Maar het begint binnen. Altijd. Bij de overtuigingen die je leeft. Waar je voor staat en waar je voor gaat. En dat goed optekenen zodat mensen binnen en buiten de organisatie zich eraan kunnen verbinden is essentieel. Alleen dan kun je als organisatie een bijdrage leveren aan iets groters dan jezelf.

En daarom doet ons werk ertoe.
En dat voelt goed! Aan de slag dus, de vakantie is voorbij.