Noem eens een superheld. Je kent er minimaal één, gegarandeerd. En je weet vast welke superkracht bij die held hoort. Want superkracht – en een goede inborst – maken de superheld. Comics vergroten de werkelijkheid uit. Superkrachten zijn dan ook niets meer dan uitvergrotingen van menselijke vaardigheden; kracht, snelheid, vindingrijkheid, ga maar door.
Ja-ha, de wereld verandert snel
Even terug naar de echte wereld. De wereld die volgens inmiddels ontelbare teksten en filmpjes razendsnel verandert. (Let er eens op, het aantal filmpjes dat begint met “de wereld verandert snel”. Kun je lachen.) Het is ook niet onwaar. De wereld waarin mijn oma geboren werd, die van 1927, zag er behoorlijk anders uit. Het waren de pioniersjaren van de radio. Minstens zo spannend als de pioniersjaren van het internet, een dikke zestig jaar later. Mijn jeugd. Oma heeft het allemaal mee mogen maken. Ze is er gelaten onder. “As ge már gezónd bliet.”
Onze ervaring van snelheid is relatief. Een overkomend vliegtuig kruipt langzaam door de lucht, met dik 800 kilometer per uur. Hoe snel onze samenleving zich ontwikkelt kunnen we alleen zien in relatie tot onze geschiedenis. En dan moet je het er ook nog over eens zijn wat ontwikkeling is. Als we puur kijken naar technologie hoef je geen Einstein te zijn om te voelen dat het gaspedaal de afgelopen eeuw flink is ingetrapt. Of we eindigen met een champagnedouche of een brandend wrak? De tijd zal het leren.
Welkom in de liminale fase
Terug naar onze superhelden. Ieder superheldenverhaal verloopt volgens dezelfde lus: van rust, naar hindernissen, naar wonderlijke krachten, naar overwinning, en weer naar rust. Van stabiliteit, naar separatie, naar transitie, naar incorporatie en weer naar stabiliteit. Zo noemen antropologen dat. En in het grensgebied tussen separatie en transitie, tussen hindernissen en wonderlijke krachten, vinden we de onzekere fase van de liminaliteit. Ik leerde dat woord laatst van Prof. José Sanders. Prachtig! En ineens viel er een kwartje; veel organisaties zitten vol in die liminale fase. Ze zijn daarin gejaagd door het grote, hongerige technologiemonster. Een monster dat zich voedt met onze vooruitgangsdrift. Maar, waar blijven de wonderlijke krachten? En wie heeft ze?
Begrijp met niet verkeerd, ik wil geen cynisch doembeeld schetsen. Dit verhaal kan eindigen met champagne. Als de lus zijn werk doet, staan er superhelden op die het monster temmen. Of, om even uit de superheldenanalogie te stappen; mensen die ons van onze bezetenheid met groei en vooruitgang verlossen, mensen die ons leren onze eigen technologie weer te beteugelen. En ik denk te weten welke superkracht deze mensen nodig hebben. Niet de brute kracht van de Hulk, maar de lenigheid van Mister Fantastic. Met de souplesse om mee te bewegen en de snelheid om te reageren. O, en met die goede inborst natuurlijk.
Denk er nog maar eens aan als je groen aanloopt en de neiging krijgt om die vervloekte smartphone tegen de muur kapot te smijten. En bedenk je dan meteen dat niet iedereen een Mister of Miss Fantastic hoeft te zijn. Sidekicks zijn minstens zo belangrijk in superheldenverhalen.
Succes met je liminale fase!